een fluit 1.0
iets
Algemene voorbeelden
'Dacht je soms' - furieus prikte Phinus met zijn vork de fricandeau van Jems bord - 'dat het voor dit lapje een fluit uitmaakt of jij het opeet of niet?'
'Dacht je soms' - furieus prikte Phinus met zijn vork de fricandeau van Jems bord - 'dat het voor dit lapje een fluit uitmaakt of jij het opeet of niet?'